top of page

Hoe het allemaal begon....

In 1966 trok men eerst naar Rekem. ’n Wagen vol zakken. Het idee kwam van Dr. Gilbert Marres. Hij werd daarom ook drager van de “Gouden Zavelzak” op zijn trouwdag te Bree.

Naar Kotem trok men met 2 wagens: ene schone en ene plezierige. De schone droeg de naam “De Sneeuwprinses”. Elza Schuermans mocht het kroontje van de prinses dragen. De wagen werd omgetoverd tot een reusachtige slee, bedekt onder sneeuw. Hij werd getrokken door een splinternieuwe, witte tractor van Deuss. De plezierige wagen (drankwagen) was bedekt met 4.444 bierkaartjes en werd gedoopt tot “De Bierprins”. Volgens Theo Deuss moest dat ’n “dikke” zijn en dat vond men in de persoon van Paul Stegen. Paul was prins en mocht daarom drinken uit een pot van 5 liter. Het werd een verrassende 3e prijs. De Sneeuwprinses werd 7e.

 

De groep kreeg meer vorm en het werd een “Raad van Elf”

Deze bestond uit Opsteyn Gilbert, Stegen Paul, Paulissen Jean, Wouters Jean, Deuss Theo, Deuss André, Janssen Jozef, Knabben Omer, Vanderhaegen Marcel, Herijs Jean en Weytjens Pierre

Er werden bezoeken afgelegd naar Prinsenbals te Leut, Kotem, Rekem, Eigenbilzen, enz….

Het was toen dat Theo Deuss zei: “Dit jaar stoet in Mechelen”. Daarom werd hij ook uitgeroepen tot 1ste prins van de Zavelzekskes,

De Zavelzekskes waren geboren !!!!!!
 
De naam
“Zavelzekskes” kwam tot stand onder volgende betekenis:
 

>> Zavel: Dialect voor het witte zand, eigen aan de

     gemeente Mechelen a/d Maas, grootste bron van

     inkomsten;
 

>> Zekskes:  De Raad was bij hun eerste optreden

     gekleed in 'n zak  (cfr. foto boven)
 

Anno 1964 gingen enkele vrienden nog al eens een pint pakken in Kotem en de laatste halte was gewoonlijk bij Maurice Hendrickx (lokaal Waterratten). Tussen pot en pint kwamen de woorden: "Wat kunnen die van Mechele? ... Niets. Wij hebben een stoet en Mechele nog geen wagen."       

      

Toen kwam de weddenschap van Paul Horrix, Jean Wouters, Paul Stegen en de gebroeders Lambert en André Deuss: "Wij komen naar Kotem met een wagen." Het was al donderdag en ze wisten nog altijd niet wat maken. Paul Stegen kwam op het idee van de “Vier Heemskinderen”. Een groot paard op een wagen en daar vier man op. In het atelier van Pa Horrix werd dan vrijdagavond begonnen (daar was plaats en geleend materiaal). Resultaat: Pa Horrix kwaad, een balk van 4 meter werd 3 meter, een hoop rommel, enz…

Toen de wagen klaar was, zondag om 13u00, bleek dat paard meer op een kat te lijken.

De wind gierde langs de Maasboord en fel gehavend kwamen ze in Kotem aan. Lambert, Jean, Paul en Paul zouden de kinderen uitbeelden. André zorgde voor het vervoer (paard). Het werd een 18e plaats, ze hadden teveel punten verloren (en pinten gekregen). Diezelfde dag werd besloten volgend jaar ene schone wagen te maken. Hij zou de naam “de Rozenprinses” dragen. Theo Deuss zorgde voor papier en met z’n allen hebben ze op twee weken, tienduizend rozen gemaakt. De kinderen van Henri Coenen en Mon Vranken zouden de prinses begeleiden en zo trokken ze met Half Vasten 1965 naar Kotem. Een wagen van Mechele met een Pinses van Eisden (Lucienne Kruts). Jef Geerkens zorgde voor het vervoer van de wagen onder een stralende zon.

Het werd een 4e plaats maar het was toch prettiger met de stoet mee te doen dan er naar te kijken.          

Geschreven door:   Paul Stegen voor 11 jaar Zavelzekskes.

bottom of page